Verklaring Henk en Trudy Garst gericht aan Kevin U.

  

Kevin,

Hoe wij de dood van Floor ervaren en wat voor impact het heeft op ons gezin heb je al uitgebreid kunnen lezen in onze schriftelijke verklaring, welke je al 2 weken geleden hebt mogen ontvangen.

Vandaag is voor ons de enige mogelijkheid om jou aan te spreken op wat je gedaan hebt en wat dat voor ons betekend.

We willen je laten weten dat we Floor heel erg missen.

We hebben veel verdriet en anderzijds zijn er ook heel veel gevoelens van boosheid en  onbegrip in ons over de toedracht van de confrontatie van jou, en je vrienden Noel en Freek, met  Floor en Roos.

Ondanks je verklaringen van vandaag, zullen wij nooit gaan begrijpen waarom jij in deze confrontatie zo volledig onverwachts en zo totaal overbodig de opwelling had om een klap uit te delen aan Floor.

Een, in onze ogen, uitermate laffe daad want Floor heeft deze klap nooit zien aankomen en heeft zich dus ook totaal niet kunnen verweren.

We zullen ook nooit gaan begrijpen waarom je, nadat je de klap had uitgedeeld en het duidelijk voor jou en je vrienden geweest moet zijn dat Floor totaal van de wereld was, bent weggerend, terwijl Roos alleen met de bewegingsloze Floor, achterbleef.

Ook zullen we nooit gaan begrijpen waarom jij en je vrienden daarna gedacht hebben gewoon verder te kunnen leven terwijl dat je wist dat Floor de klap niet had overleefd.

Nog dagelijks proberen we te beseffen waarom dit alles moest gebeuren en leven we in een roes van totale verwarring, waarin boosheid, machteloosheid, twijfel en verdriet steeds de boventoon voeren.

Wat er ook gebeurd we krijgen er Floor niet meer door terug.

Ons leven zal nooit meer zijn als daarvoor en met alleen de herinnering aan Floor, waarin we de troost en de kracht proberen te vinden, moeten we verder. 

Deze blijvende herinnering aan Floor en onze gevoelens daarbij zijn goeddeels verwoord in het navolgende gedicht.

Elke dag weer ’t gevoel van onvolledigheid
elke dag weer ’t gevoel : wij zijn niet kompleet
elke dag pijn aan de wond in ons lichaam
elke dag ’t gevoel van ’t vreselijke leed
Nee, zonder pijn zullen wij nooit meer leven,
niet gaan slapen of kunnen opstaan. 
Waarom werd Floor ons zo wreed ontnomen,
waarom werd dit ons aangedaan?
Jij zal wel een straf gaan krijgen,
wij hebben al levenslang.
Floor was onze zon, maar die ging onder.
De toekomst maakt ons vreselijk bang.
Bang voor het heimwee dat elke dag terugkomt,
Bang voor ’t verlangen dat elke dag snijdt,
want dat ‘nooit meer’ kunnen wij niet begrijpen,
maar ‘nooit meer’ duurt nog zo’n lange tijd.

April 2006, Henk en Trudy Garst